Armoede
Hoeveel inwoners geven aan moeilijk rond te komen of betalingsmoeilijkheden te ervaren? Hoeveel kinderen worden geboren in een kansarm gezin? Hoeveel lopen een risico op onderwijskansarmoede?
Armoede is een maatschappelijke uitdaging en begint vaak met een gebrek aan inkomen. Maar armoede is meer dan dat: het is de gelijktijdige uitsluiting op verschillende levensdomeinen. Een lage scholingsgraad, een laag inkomen, schulden, werkloosheid, slechte huisvesting en sociaal isolement komen vaak samen voor en versterken elkaar.
De indicatoren in het thema Armoede gaan over het aantal inwoners met een kwetsbare financiële positie en over betalingsmoeilijkheden. Andere indicatoren beschrijven de gezinssituatie. Dit is belangrijk om het risico op kansarmoede bij gezinnen, kinderen en jongeren te detecteren. Dit kan het debat over het (lokale) armoedebeleid onderbouwen.
De indicatoren kennen twee soorten bronnen:
- indicatoren uit registerdatabanken: centrale databanken van andere (Vlaamse en federale) overheidsinstanties,
- indicatoren uit de burgerbevraging: grootschalige burgerbevraging bij de inwoners van alle Vlaamse gemeenten.
Armoede is één van de 13 basisthema’s. Voor dit thema zijn er 16 indicatoren uit registerdatabanken (zoals personen met betalingsachterstand, gemiddeld inkomen per aangifte, kansarmoede-index van Kind en Gezin) en 2 indicatoren uit de burgerbevraging (betalingsmoeilijkheden en subjectieve armoede) opgenomen. Alle indicatoren die behoren tot het thema Armoede vind je hier.
Meteen alle resultaten van de burgerbevraging voor het thema Armoede downloaden? Klik hier!
2 op de 10 individuele aangiftes ligt onder de kritische grens, bij gemeenschappelijke aangiftes is dat minder dan 1 op de 10
In 2019 werden 18% individuele aangiftes met een netto belastbaar inkomen lager dan 10.000 euro ingediend en 5% gemeenschappelijke aangiftes met een netto belastbaar inkomen lager dan 20.000 euro. In vergelijking met 2009 zijn deze aandelen respectievelijk 5% en 12% kleiner. Dit betekent niet automatisch dat minder inwoners een financieel risico lopen. In die periode zijn door de inflatie de prijzen van goederen en diensten immers voortdurend gestegen. Daarom is het goed om deze indicator samen met andere indicatoren te bekijken.
In drie gemeenten hebben meer dan 25% van de individuele aangiften een netto belastbaar inkomen lager dan 10.000 euro. Dit zijn drie faciliteitengemeenten in de Vlaamse Rand. In twee gemeenten hebben meer dan 10% van de gemeenschappelijke aangiften een netto belastbaar inkomen lager dan 20.000 euro. Het gaat om Antwerpen en Baarle-Hertog.
Aandeel individuele aangiften lager dan 10.000 euro en aandeel gemeenschappelijke aangiften lager dan 20.000 euro
Vlaams Gewest, 2009-2019, in procenten

Bron: Statbel, via Statistiek Vlaanderen, bewerking ABB
1 op de 10 zegt moeilijk rond te komen
In 2020 geeft 39% van de inwoners aan rond te komen en 47% kan comfortabel leven met het beschikbare inkomen. Slechts 13% van de inwoners zegt moeilijk tot heel erg moeilijk rond te komen. In negen gemeenten komt meer dan 20% moeilijk tot heel erg moeilijk rond. Dat zijn vooral gemeenten in de Vlaamse Rand.
Aandeel inwoners dat zegt (heel erg) moeilijk rond te komen
Alle gemeenten, 2020, in procenten
Bron: Burgerbevraging Gemeente-Stadsmonitor, Agentschap Binnenlands Bestuur
1 op de 10 inwoners in betalingsmoeilijkheden
Inwoners konden in de burgerbevraging aanduiden voor welke basisbehoeften ze de facturen het voorbije jaar niet tijdig konden betalen. Die basisbehoeften zijn wonen, telecom, energie, gezondheidszorg, onderwijs en kinderopvang. Als inwoners verschillende basisbehoeften niet kunnen betalen, dan vergroot dit het risico op maatschappelijke uitsluiting. In 2020 heeft 10% van de inwoners in Vlaanderen een rekening voor basisbehoeften niet tijdig kunnen betalen.
In negen gemeenten kampt 16% of meer van de inwoners met betalingsmoeilijkheden. Vier ervan zijn gemeenten in de Vlaamse Rand. Gemiddeld wonen in de dertien centrumsteden meer inwoners in een gezin met betalingsmoeilijkheden dan in Vlaanderen. 13% heeft er betalingsmoeilijkheden. Wel neemt dit aandeel sedert 2011 af in de centrumsteden.
Aandeel inwoners dat behoort tot huishouden met betalingsmoeilijkheden
Vlaams Gewest en 13 centrumsteden, 2011-2020, in procenten

Bron: Burgerbevraging Gemeente-Stadsmonitor, Agentschap Binnenlands Bestuur
Aandeel inwoners dat behoort tot huishouden met betalingsmoeilijkheden
Alle gemeenten, 2020, in procenten
Bron: Burgerbevraging Gemeente-Stadsmonitor, Agentschap Binnenlands Bestuur
Meer dan 1 op de 10 kinderen wordt geboren in een kansarm gezin
Van bij de geboorte kunnen drempels ervoor zorgen dat kinderen zich niet volwaardig kunnen ontplooien en een risico lopen op uitsluiting. Kind en Gezin schat dat risico in aan de hand van zes criteria: het maandinkomen van het gezin, de arbeidssituatie van de ouders, de opleiding van de ouders, de huisvesting, de ontwikkeling van de kinderen en de gezondheid. Deze indicator kan je daarom aanzien als een samenvattende maat voor armoede met risico op een zwakkere maatschappelijk positie.
In 2021 wordt 12,7% van de kinderen in Vlaanderen geboren in een kansarm gezin. Op ruim tien jaar tijd is dit aandeel bijna verdubbeld: in 2010 was dat nog 8,6%. Kinderen in de centrumsteden lopen een hoger armoederisico: in de centrumsteden ligt de mediaan op 17,4% kinderen geboren in een kansarm gezin. In vijf centrumsteden ligt dit percentage zelfs boven de 20%. Maar dit hoger risico beperkt zich niet tot de centrumsteden. Ook in elf andere gemeenten wordt meer dan 20% kinderen geboren in een kansarm gezin.
Aandeel kinderen geboren in een kansarm gezin
Vlaams Gewest en 13 centrumsteden, 2010-2021, in procenten

Bron: Kind & Gezin, via Statistiek Vlaanderen, bewerking ABB
In 40 gemeenten lopen leerlingen een groter risico op onderwijskansarmoede
Vier kenmerken waarschuwen scholen welke leerlingen risico lopen op onderwijsarmoede: thuistaal niet-Nederlands, laag opleidingsniveau van de moeder, ontvangen van een schooltoelage en wonend in een buurt met een hoge mate van schoolse vertraging. Jongeren die daarop aantikken, lopen een groter risico om hun schoolloopbaan niet te voltooien en een lagere eindkwalificatie te behalen. Daarom is het nuttig om hierop al in het lager onderwijs zicht te hebben.
Aangezien er vier kenmerken zijn, liggen de scores tussen 0 (laag risico) en 4 (groot risico). In het schooljaar 2020-2021 bedraagt de gemiddelde score in Vlaanderen 0,99. In 12 gemeenten is de gemiddelde risicoscore groter dan 1,5. Zes ervan zijn centrumsteden, vier ervan zijn gemeenten uit de Vlaamse Rand.
Gemiddeld aantal kenmerken inzake onderwijskansarmoede waaraan leerlingen lager onderwijs voldoen
Vlaams Gewest en 13 centrumsteden, 2010-2021, in score op 4

Bron: Departement Onderwijs & Vorming, via Statistiek Vlaanderen, bewerking ABB